Hou jij van Mij?

“Toen zij dan de maaltijd gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief, meer dan dezen? Hij zeide tot Hem: Ja Here, Gij weet dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Weid mij lammeren. Hij zeide ten tweede male weder tot hem: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief? En hij zeide tot Hem: Ja Here, Gij weet dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: hoed mijn schapen. Hij zeide ten derde male tot Hem: Simon ,zoon van Johannes, hebt Gij mij lief? Petrus werd bedroefd, dat Hij voor de derde maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief. En hij zeide tot Hem: Here, Gij weet alles, Gij weet dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid mijn schapen. (Joh. 21: 15-17).

Ik ben dikwijls aangesproken door dit voorval waar Jezus Zijn discipelen ontmoet voor ontbijt aan het meer. Dit is waarschijnlijk het belangrijkste moment in het leven van Petrus daar deze discussie mee zijn toekomst heeft bepaald, hetzij als apostel of hetzij als visser.

Vooraleer Petrus en de anderen vragen te stellen zorgde Jezus eerst voor hun vleselijke en emotionele behoeftes. Eerst nam Jezus hun frustratie wegens een nacht zwoegen zonder vangst ter harte, door te zorgen voor een overvloedige visvangst. En ten tweede bereidde Hij een maaltijd om hun honger te stillen. Johannes zei “toen zij dan de maaltijd gehouden hadden…”. Wat een liefdevolle, gevoelige en zorgende Redder, die zelfs begreep dat het moeilijk is om ons te concentreren op geestelijke zaken als onze magen rammelen! Hij is wel degelijk geraakt door de gevoelens van onze zwakheden.

Ik bid dat we van Hem mogen leren en in het vlees voor elkaar zorgen, om het pad naar het geestelijke te effenen. Had Jezus het recht om confronterend, boos en gefrustreerd te zijn op Petrus? Ja natuurlijk. Maar Hij zorgde daarentegen voor de behoeftes voor dezen die van Hem waren weggelopen en Hem hadden verloochend in Zijn uur van de dood. Hoe dikwijls gedragen wij ons niet met een geconfronteerde houding en overschaduwen daarbij de ware toedracht? We plaatsen daarmee de zondaar in het defensief i.p.v. het zover te krijgen dat hij zichzelf onderzoekt. Weet dat het hier gaat om de opgestane, verheerlijkte, almachtige Christus die zich neerboog om een maaltijd te bereiden voor deze zwakke volgelingen! Hiermee leren we de ware betekenis over het dienen van elkander - zelfs van hen waarvan we denken dat ze mislukkelingen zijn in het Koninkrijk.

Ik kan me wel een dozijn vragen bedenken die ik zou vragen aan Petrus als ik in de plaats van de Here zou geweest zijn. (Zelfs al ging de conversatie tussen Jezus en Petrus, er bestaat geen twijfel dat Petrus ook de anderen die aanwezig waren vertegenwoordigde). Ik zou Petrus vragen gesteld hebben zoals: Petrus, hoe kon je Mij verloochenen? Petrus, besef je wel wat je gedaan hebt? Petrus, zeg mij dat je het niet echt meende?. Of misschien zou ik hem vragen of hij er iets van geleerd had of dat hij nu een beter begrip had over de theologische gevolgen van zijn verloochening en over dood, begraving en opstanding. Maar Jezus had slechts één vraag: “hebt gij Mij waarlijk lief”. Dat is vandaag nog steeds de enige  relevante vraag. Alles hangt vast aan deze vraag, op de manier van: "Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten” (Mat.22:40).

Als we van Hem houden, houden we ook van Zijn Woord, Zijn volk, en gehoorzamen Zijn geboden. Het omgekeerde is niet waar. Sommigen houden van Zijn Woord of van Zijn volk. Sommigen doen al de rechte dingen, maar houden niet van Hem: “Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak, maar had de liefde niet, ik ware schallend koper of een rinkelende cimbaal. Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar had de liefde niet, ik ware niets. Al ware het, dat ik al wat ik heb tot spijs uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam gaf om te worden verbrand, maar had de liefde niet, het baatte mij niets.” (1Kor. 13:1-3).

Is het mogelijk al deze dingen te doen en niet van Hem te houden? Geloof het maar! Het zijn er velen die houden van prediken, van mensen, van theologie, van samenkomsten, van aanbidding enz…zonder eerst van Jezus te houden! Er zijn vele mensen in de bediening die meer van de bediening houden dan van Jezus!

Je houdt dit niet voor mogelijk? Maar het is zo. De gemeente in Efeze in Openbaring 2 was zo'n gemeente. Ze had alles correct. Haar doctrine was juist, ze kende het verschil tussen ware en valse apostelen, gelovigen kwamen allen naar de samenkomsten, ze werkten zelfs hard voor de gemeente. Maar Jezus had een beschuldiging tegen hen - ze hadden hun "eerste liefde" verzaakt. Bemerk dat ze het niet verloren hadden (zoals de meeste Christenen dit vers interpreteren), maar ze hadden het verzaakt. Het verschil tussen verzaken en verliezen is dat het eerste een rationele beslissing is terwijl het andere een onvrijwillige daad is. We kiezen ervoor om iets te verzaken maar als we iets verliezen, gebeurt dat normaal zonder dat we er actief bij betrokken zijn. De gemeente van Efeze had de beslissing genomen om aan hun eerste liefde te verzaken.

Jezus dacht niet aan de wilde bevlieging die zij hadden op het ogenblik dat ze werden gered, als Hij sprak over "eerste liefde". De “eerste” is niet eerst in tijd, maar eerst in prioriteit. M.a.w. Jezus is niet langer hun nummer één in de liefde maar werd onttroond door een andere liefde. Een diepere studie van de tekst toont dat juiste doctrine, de Bijbel, aanbidding, liturgie, gemeentetucht en een stapel religieuze zaken de plaats hadden ingenomen van de Here Jezus, in het hart van deze mensen.

Het is belangrijk om weten dat je eerste liefde verlaten niet slechts een detail is dat genegeerd of weggeredeneerd kan worden. Jezus zei dat ze gevallen zijn! Dis is meer dan struikelen - ze lagen op hun gezicht en hadden alles verloren, ook al hadden ze nog zovele zaken om over te roemen. Ja velen doen en geloven al de rechte dingen, maar zijn nog steeds gevallen.

Beste vriend, sta me toe jou dezelfde vraag te stellen: Hou je echt van de Here Jezus en is Hij nummer één in jouw leven? Als je iets anders meer liefhebt dan Hem, dan ben je geestelijk gevallen. En als dat zo is dan roept Jezus jou op tot berouw, zoals hij deed met de Efeziërs. Dat betekent omkeer maken in je leven en alles op de tweede plaats brengen, en Jezus opnieuw op de eerste plaats zetten.
(Wordt vervolgd)